woensdag 16 april 2008

Dyspraxie in het kort

Devolopmental Coördination Disorder
Dyspraxie, DCD wordt het ook wel genoemd (Devolopmental Coördination Disorder), is een stoornis. Een stoornis houdt in dat er een verlies of afwijking van een lichamelijke of psychologische functie is. Dyspraxie komt bij vijf tot tien procent van de schoolkinderen voor en meer bij jongens dan bij meisjes. Dyspraxie is een probleem met het zenuwstelsel. Dit komt waarschijnlijk door een vertraagde of verstoorde rijping van bepaalde zenuwbundels en hun verbindingen. Hierdoor komen noodzakelijke verbindingen van onder meer terugkoppeling van de opgedane ervaring minder goed tot stand. Dyspraxie is dus niet te genezen maar begeleiding en therapie kunnen wel helpen.

Dyspraxie is dus een stoornis bij het correct verwerken van informatie. Dit leidt tot moeilijkheden bij de motoriek en motorische vaardigheden. Het kind heeft een vertraagde motorische ontwikkeling maar heeft wel een normale intelligentie. Dyspraxie komt vaak voor in combinatie met andere problemen zoals bijvoorbeeld specifieke taal- of aandachtsstoornissen.

Vormen van Dyspraxie
Grofweg bestaan er vier vormen van dyspraxie, die elk ook nog eens in verschillende gradaties en variaties kunnen voorkomen.Ten eerste kan de dyspraxie betrekking hebben op het héle lichaam, waardoor het kind moeite heeft met handelingen waarbij het totale motorische systeem -de grove motoriek- moet worden ingezet, zoals bij ballet, gymnastiek of fietsen.In andere gevallen beslaat de dyspraxie onderdelen van het lichaam, zoals de mond of handen - de fijne motoriek. Dan verloopt bijvoorbeeld het spreken of schrijven moeizaam.Verder kan er onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde conceptdyspraxie en uitvoeringsdyspraxie. Bij de eerste vorm doorziet een kind het 'concept' van een handeling niet. In het ergste geval snapt het zelfs niet waar bepaalde voorwerpen, zoals een schaar of bestek, voor dienen.In de tweede - meest voorkomende - variant levert de organisatie en uitvoering van handelingen problemen op. Het kind weet wel hoe het moet, maar kan het niet in praktijk brengen.

Geen opmerkingen: